REPORTAGE

 

Tsjeppenbûr op Friese platteland
Een bedrijfsreportage bij de familie Hoekstra is niet bepaald naast de deur. Maar gezien de staat van dienst van Marijke Hoekstra in de geitenhouderij is een bezoek dan de moeite waard.

In heel wat geitenstammen spelen de Tsjeppenburster geiten en vooral bokken een belangrijke rol. Daarom eerst een aantal van de belangrijkste bokken die in de fokkerij een rol spelen:
 
  Bok: Vader: Moeder:
1984: Tsjeppenburster Anne Wilhelmus vd Prijktijkschool Tsjeppenburster Aleida 6
1987: Tsjeppenburster Doekele Bibi’s Hein Tsjeppenburster Mientje 13
1988: Tsjeppenburster Egbert Sonja’s Anton Tsjeppenburster Mientje 16
1989: Tsjeppenburster Fred Pref. Bibi’s Hein Tsjeppenburster Aleida 6
  Een van de bekendste bokken en tevens de laatste die in het oude systeem het tot Preferent heeft gebracht. De eindconclusie van de beoordelingscommissie was: Tsjeppenburster Fred toont een redelijke uniforme groep melkrijke dochters van goed tot zeer goed type en ontwikkeling, met opvallend goede middenhand en beenwerk. Tevens hadden de dochters een beste melkgift met goede gehalten zowel vet als eiwit.
1990: Tsjeppenburster Gerrit Tsjeppenburster Frits Tsjeppenburster Mientje 13
1991: Tsjeppenburster Hotze Tsjeppenburster Frits Tsjeppenburster Mientje 13
1993: Tsjeppenburster Jan Frits van de Kastanjehoeve Tsjeppenburster Aleida 51
De lijst is natuurlijk niet compleet, maar geeft een indruk van het aantal bokken van betekenis.
 
Tsjeppenburster Anne Tsjeppenburster Egbert Tsjeppenburster Fred Tsjeppenburster Hotze
 
Onze ontvangst op de boerderij van de familie Hoekstra was zeer hartelijk. De boerderij ligt midden in het weidse Friese land, met veel gras en boerenweggetjes. Het enige wat de rust zo af en toe verstoord, is de trein die op gezette tijden in de verte langs komt.
En niet moeilijk te raden: zonder gedegen routebeschrijving is de Tsjeppenbur no. 7 niet gemakkelijk te vinden.

Na de kennismaking en de koffie gaan we naar de geiten. De dieren zijn gehuisvest in de oude koeienstal. Opvallend daarbij is dat ieder dier een eigen ruim hok tot zijn of haar beschikking heeft. Slechts in een hok zitten twee geiten.
Het geeft optimaal de mogelijkheid om ieder dier de verzorging te geven die het nodig heeft.

De ongeveer vijftien geiten maken een zeer rustige indruk en kijken nieuwsgierig door de voeropening naar de bezoekers.
Het basisrantsoen bestaat uit hooi, kuilvoer en A-brok. In de zomer lopen alle volwassen dieren buiten en kunnen onbeperkt gras eten.
Een voor een lopen we de dieren langs. Opvallend bij enkele geiten zijn de fraaie koppen en prima conditie waarin de dieren verkeren. Tijdens het bekijken van de geiten vallen de type-verschillen op die de verschillende bokken aan de geiten mee geven.
Een aantal heeft al afgelamd en geeft ons vast een idee wat de nieuwe aanfok brengt. Vooral enkele lammeren van de bok Attie’s Arnoud lijken fraai typisch te worden. De hoogtemaat en rek zitten er direct al in.
De lammeren worden de eerste periode in een grote kist gehouden en de melk wordt verstrekt in bakjes naar behoefte. Als ze wat ouder zijn, komen ze in koppel jaargenoten, maar blijven ze wel binnen in een ruim hok.
De geiten van Hoekstra buiten, met voor proef de pas gekregen dekjes.
 
Tijdens het bekijken van de geiten wordt al snel duidelijk waar de prioriteit ligt bij de fokkerij: de melkuitstraling. Of om het wat beter te omschrijven, de dieren moeten er zo uitzien dat je aan hen kunt aflezen dat ze veel melk willen geven voor een flink aantal jaren.
De gebruikte bokken worden dan ook in de eerste plaats geselecteerd op de eigenschappen van de moeders. De moederdieren van de in te zetten bokken moeten uit een goed doorgefokte lijn komen en “als het ware naar de zin zijn”. De bokken worden dus in eerste instantie geselecteerd op achtergrond.
Wel worden gebruikte bokken goed in de gaten gehouden, zodat ze als ze aan de verwachting voldoen, eventueel weer ingezet kunnen worden.
Toch is er nog een zekere hang naar tien, vijftien jaar geleden toen de bokkencommissie en de bokhouder bepaalden met welke bokken er in de vereniging gefokt werd. Vaak wordt wat meewarig gereageerd op die periode. Maar de resultaten waren destijds vaak verrassend en zeer goed.

Dat ook toen al eigen inzichten een rol speelden, blijkt uit het verhaal van de bokkenboer die met een jonge en een oude bok kwam. Een jonge bok voor de lammeren en een oude bok voor de volwassen geiten. Tijdens de koffie dekte de jonge bok “per ongeluk” een oude geit. Wel niet volgens de regels maar soms moet je de natuur een handje helpen. Met als resultaat natuurlijk een paar prachtige lammeren.
De clou van het verhaal is eigenlijk steeds scherpzinnig te blijven. Kritisch op je eigen dieren maar vooral ook op het fokmateriaal (de bokken) dat je binnenhaalt.
Naar de toekomst zijn er dan ook nog plannen genoeg. De hoogtemaat behoeft nog enige verbetering, en ook melkhoeveelheid en gehalten blijven de hoogste prioriteit houden.

Wat de organisatie betreft denkt Marijke Hoekstra dat de fokgroep een steeds grotere rol gaat spelen. Door steeds meer gegevens kan er door de fokkers een steeds betere selectie worden gemaakt. Hierbij zou het best eens zo kunnen zijn dat enige regelgeving vanuit de fokgroep wenselijk is.
Aan de andere kant zijn de geitenhouders dusdanig verschillend dat het een goede zaak is dat een ieder op zijn of haar eigen manier met de hobby bezig kan zijn.

Vorig jaar is een bok van Marijke Hoekstra naar Engeland geëxporteerd om daar samen met enkele Nederlandse dieren een veestapel op de zetten met Nederlandse Witte melkgeiten. Dit vooral met het oog op de zeer goede gebruikseigenschappen van de Nederlandse Witte geit.
Wie weet hoe internationaal de Nederlandse Witte nog wordt!
Engel Kupers
"Geitenhouderij", april 1999

 

WWW.WITTEGEITEN.ORG